Een bouwvakker die ’s morgens om zeven uur bij je binnenstapt met een ontbijtje geeft een ander begin van de dag dan wanneer hij na binnenkomst een boor in de muur zet om je woning te renoveren. Op die manier krijgt zo’n proces een leuke start en zijn zowel bouwvakker als bewoner meer verbonden dan wanneer ze zich aan elkaar irriteren, wat regelmatig het geval is. Helena Spits pleit in haar rol als sociaal projectleider voor zo’n vriendelijk werkproces. En het is succesvol gebleken. “Bewonerscommunicatie zorgt voor plezier en geluk”.
Al ruim dertig jaar werkt Helena Spits als bouwkundige. Met marketing en communicatie als tools. Toen ze in 2008 geen gehoor vond voor haar concept voor bewonerscommunicatie startte zij haar eigen bedrijf Bouwzorg Fryslân. Bouwzorg Fryslân is de onafhankelijke schakel tussen bouwbedrijf en bewoner tijdens renovatie of verbouw om het proces in goede banen te leiden. Helena weet exact wat bewoners én vaklieden nodig hebben tijdens zo’n proces.
‘Onze dienstverlening moet bijdragen aan woonplezier en werkgeluk’
“Tien jaar geleden werd er bij renovatieprojecten nog niet aan bewonerscommunicatie gedaan. Ze vonden mijn ideeën niet commercieel genoeg. Dus ben ik voor mezelf begonnen. In mijn werk onderscheid ik me door de mens centraal te stellen. Blije bewoners én werkgeluk van de vaklieden staan bij mij voorop. Het bouwbedrijf levert een product. Het doel is bouwen. Mijn doel is mensen gelukkig maken door hobbels weg te nemen.”
“Bewoners worden niet blij wanneer ze om zeven uur ’s morgens uit bed worden gebeld. De bouwvakker voelt zich hier ook niet senang bij maar moet wel om zeven uur starten van de baas. Mijn idee zou dan zijn: neem een ontbijtje mee op de eerste klusdag, dan is het ijs gebroken. Daar wordt nu nog lacherig over gedaan, maar ik denk dat we dat over een paar jaar echt gaan doen.”
‘Mijn droom van mensen gelukkig maken kwam terug’
“Ik heb heel bewust voor een opleiding in de bouw gekozen. Als kind speelde ik met mijn poppenhuis. Hoe mooier het huis was hoe gelukkiger de poppen, zo dacht ik. Als ik een mooi huis bouw dan worden mensen gelukkiger en wordt de wereld een beetje beter. Van daaruit wist ik al heel jong dat ik bouwkunde wilde studeren. Helaas past dat zachte van ‘mensen gelukkig maken’ niet binnen zo’n technische stroming. Tijdens mijn studie aan de HTS ben ik die droom kwijtgeraakt. Eenmaal aan het werk, kwam ik terecht bij een architectenbureau. Tekenen, ontwerpen, projecten leiden, alles heb ik gedaan maar nooit was ik echt gelukkig. Zo’n tien jaar geleden besloot ik om meer thuis te zijn voor de kinderen. Na een half jaar van voor mijn gevoel nietsdoen, besloot ik om commerciële economie te gaan studeren. Toen viel er veel op zijn plek. Mijn vroegere droom van mensen gelukkig maken, kwam weer naar boven en ik deed onderzoek naar sociale woningbouw.”
‘Communicatie is een belangrijke schakel’
“Naar aanleiding van de Europese afspraken werd al snel duidelijk dat er veel renovaties op stapel stonden en dat de doelgroep voor de sociale woningbouw steeds zwakker werd. Ik zag mijn kans schoon om met zogenoemde vrouwelijke kwaliteiten op het sociale vlak hier verandering in te brengen en mijn steentje aan bij te dragen. Ik wist dat er een taak voor mij weggelegd was als het ging om de communicatie. Daar zat de schakel. Bewonerscommunicatie is daarvan de kern. Helaas vonden mijn ideeën geen gehoor bij de directeuren in de bouwwereld.”
“Ondertussen, na tien jaar duwen en trekken, is bewonersbegeleiding wél een onderdeel van het bouwproces geworden. Afgelopen drie jaar heb ik met Bouwzorg Fryslân bijna vierduizend adressen begeleid. Onder andere bij de sloop en nieuwbouw in het Groningse aardbevingsgebied Loppersum waar de emoties hoog opliepen. Het is dan voor een aannemer goed om een onafhankelijke partij als ons ertussen te zetten.”
“Wij zijn er niet alleen om de bewoners door een renovatie heen te helpen maar ook de vaklieden die aan het werk zijn. De bewoners zitten tien dagen in de rotzooi daarna is het klaar. De vaklieden beginnen daarna weer op een nieuw adres met nieuwe mensen met nieuwe problemen. Dat jaar in jaar uit. Dat is zwaar. Onze taak als bewonersbegeleiders is onder andere dat vaklieden hun problemen bij ons kwijt kunnen en tools krijgen waardoor het prettiger werken is en ze langer bij een bedrijf blijven. Dan hebben wij als bewonersbegeleiders toegevoegde waarde voor aannemers omdat er minder verloop van schaars personeel is.”
‘Ik leg de lat voor mezelf hoger’
“Ik houd het voor mezelf spannend door de grenzen op te zoeken. Eerst werkte ik uurtje factuurtje. Tegenwoordig neem ik projecten aan voor een bepaald bedrag per woning. Hiermee daag ik mijzelf uit om het slimmer te doen. Het is minder veilig want je hebt maar een beperkt aantal uren dus mag ik geen inschattingsfouten maken. Ik leg de lat voor mezelf hiermee een stuk hoger. De creativiteit ligt dan niet in het werk zelf maar in de vraag: hoe ga ik dit slim aanpakken? Hiermee maak ik steeds een stap in mijn eigen ontwikkeling.”
“Ik vind die bedrijfsmatige ontwikkeling én persoonlijke ontwikkeling belangrijk. Ook bij andere mensen. Hier besteed ik veel tijd aan. Eerder noemde ik al het werkgeluk van de vaklieden. Stel dat ik mijn aandacht ga verleggen van bewonersbegeleiding naar bouwvakkers. Ik zou het mooi vinden dat ik hen ervan kan overtuigen dat ze wel degelijk invloed hebben op het gedrag van bewoners, dat daardoor de werkomstandigheden leuker worden en zijzelf gelukkiger. Waarvan ik als kind dacht dat je een mooi huis nodig had om gelukkig te zijn denk ik nu dat je dat huis zelf bent. Geluk zit in jezelf. Door persoonlijke ontwikkeling gaan mensen zelf meer nadenken over waar ze blij van worden.”
Helena in het kort over ondernemen, problemen en geluk
Ondernemen
“Ik zie mijn werk als mijn leven. Als ondernemer is er geen dag gelijk. Nu draai ik veel uren mee als projectleider omdat ik wil weten of de processen en de technieken nog kloppen zoals ik ze in mijn hoofd heb. Maar er zijn ook periodes dat ik veel teken. Ik voel dat ik groei als ondernemer. Structuur bieden aan personeel vind ik echter lastig omdat ik zelf wars ben van kaders. Het beperkt me in wie ik ben. Maar mijn medewerkers hebben wel leiding nodig anders kunnen ze niet functioneren. Ook dat hoort bij ondernemen, en het is wat ik ben en doe. Eigenlijk was het geen keuze. Dat wat ik wilde -bewonersbegeleiding- was er nog niet en ik heb het zelf gecreëerd.”
Problemen
“Ik denk altijd in oplossingen. Zelfs elk nadeel heeft een voordeel. Soms pak ik er een boek bij zoals ‘Everything is figureoutable’ van Marie Forleo. Ik denk niet in problemen maar in kansen. Zodra mijn aanbod niet meer het probleem van de klant oplost omdat ze het zelf kunnen, dan bedenk ik iets anders. Het is niet zo dat ik overal een gat in de markt zie, maar het gaat mij vooral om een bijdrage te kunnen leveren aan mensen meer plezier geven.”
Geluk
“Waar ik zelf gelukkig van word is tekenen. Als kind tekende ik al graag. Kennelijk hield ik mij op school nooit zo goed aan de opdracht want mijn werk belandde vaak in de prullenbak. Voor mij heeft tekenen te maken met vrijheid en helemaal jezelf kunnen zijn. Het hoeft niet precies te passen. Het kan ook abstract zijn. Op dit moment doe ik mee aan een challenge #makingarteveryday. Het is confronterend dat het niet iedere dag lukt, de ene dag maak je mooie dingen en de volgende dag niet. Ik verleg hiermee mijn grenzen.”