“Met mooie weer ben ik ’s morgens om zeven uur in de wijngaard te vinden,” vertelt Jantiene Broersma, die samen met haar man eigenaar is van Wijngaard De Frysling bij Twijzel. “Om twaalf uur ga ik dan naar binnen om administratieve werkzaamheden te doen of een aantal telefoontjes te plegen. We eten op tijd, zodat ik om half zeven ’s avonds weer de wijngaard in kan. Totdat het donker wordt.”
Dat zijn lange dagen. “Dat is zo, maar dit werk voelt niet als werk. Het is allemaal best veel, het is allesvullend, maar het is tegelijkertijd gewoon ons leven. In de dertien jaar dat we de wijngaard hebben, hebben we deze wijze van leven zelf gecreëerd. Een leven midden in de natuur en met de natuur. Ik heb eigenlijk geen vakantie nodig. Ik heb iedere dag vakantie.”
Toch is het niet altijd zo rooskleurig geweest als het nu voor Jantiene voelt. “Er ging iets heel verdrietigs aan vooraf, voordat mijn man en ik zover waren om het roer echt om te gooien en de wijngaard te beginnen. Dan doel ik op het faillissement van ons transportbedrijf, met drie vestigingen verspreid over Nederland. Er stonden honderden mensen op straat. Dat voelde heel verdrietig. Het overkomt je en je moet er iets mee. Gelukkig kregen die mensen een uitkering, maar als ondernemers stonden we met lege handen.”
“Je moet echter door. Het betekende dat ik met mijn gezin een andere richting op moest. Niet iedereen is zo flexibel, maar wij deden het. Ik bedoel; je hebt altijd een keuze en ik zie altijd licht aan het einde van de tunnel. Achteraf kan ik zeggen dat ik een rasoptimist ben. We hebben tijden op dit terrein in een niet geïsoleerd en tochtig oud huisje gewoond, met slechts een houtkachel als verwarming. Ondertussen zijn we de wijngaard gaan opbouwen. Dat het zo zou worden zoals het nu is, had ik nooit durven denken. Het ziet er allemaal prachtig uit en we wonen op een schitterende plek, maar ik ken ook de keerzijde. Dat is helemaal niet erg. Veel mensen hangen aan luxe en willen dan dus regelmatig op vakantie. Met zo’n plek als deze, hoef ik dat niet. Ik loop dagelijks op mijn blote voeten door de wijngaard. Ik voel dat ik hier hoor. Deze plek en levensstijl voelen als ‘eigen’.”