De beelden van de oorlog in Oekraïne zien we dagelijks voorbijkomen. Ook van verschillende gesprekken en onderhandelingen. Valt het dan niemand op dat er geen vrouwen aan de onderhandelingstafel zitten?
Deze week was in een uitzending van het populaire tv-programma ‘Het Verhaal van Nederland’ te zien dat Wilhelmina van Pruisen, we spreken over eind achttiende eeuw, een flinke vinger in de pap had bij het beleid van haar man Willem V. Je kunt gerust zeggen dat ze regelmatig de hoofdrol speelde, naast haar man die stadhouder was. Een echte first lady.
Vrouwen hebben veelvuldig een belangrijke rol in de geschiedenis gespeeld, des te opvallender mag het genoemd worden dat vrouwen niet of nauwelijks aan de onderhandelingstafel en aan het front te zien zijn in de huidige Russisch-Oekraïense oorlog. En niemand lijkt zich daar druk over te maken. Of toch wel? Ik tref online een tekst over de rol van de vrouw bij vredesonderhandelingen. Het is een stuk van een VRT NWS journaliste, gespecialiseerd in vrouwenrechten.
Als we naar Oekraïne kijken zijn de meeste vrouwen met hun kinderen het land ontvlucht, een enkeling is gebleven om mee te vechten. Focussen we ons op de Verenigde Naties dan komen we een resolutie tegen, zo meldt de journaliste, die het belang van deelname van vrouwen erkent aan vredesonderhandelingen en handhavingsprocessen. Het gaat om VN-resolutie 1325 die onder meer duidt dat er een actieve rol voor vrouwen weggelegd zou moeten zijn bij oorlogen. Denk aan deelname onderhandelingen, maar ook aan de heropbouw van een land. De resolutie werd in oktober 2000 aangenomen.
Er zijn landen die plannen hebben opgesteld, maar tot op de dag van vandaag lijkt daar niet veel van terechtgekomen. De aloude stelling dat vrouwen en kinderen beschermd moeten worden door de mannen, duikt overduidelijk op. Een traditie waar veel landen in onzekere tijden niet vanaf durven of kunnen wijken. Of zit er iets anders achter?
Uit studies zou blijken dat deelname van vrouwen of vrouwenorganisaties de kans op het mislukken van een vredesakkoord met 64 procent doet verminderen. Of dat helemaal waar is, valt te betwijfelen, want waar zijn die aantallen op gebaseerd? Enfin, voor wat het waard is. Maar dat er met vrouwen aan de onderhandelingstafel een andere dynamiek ontstaat en andere ‘gevoeligheden’ worden aangekaart, zou wel eens waar kunnen zijn.
Tijd dus om vrouwen aan die onderhandelingstafel te zetten. En, nog belangrijker, dat ze dan door mannen als volwaardig worden aanvaard. Dan komen we ergens.
JvB